“Hey, dat is mijn verhaal.” Er ging een schok van herkenning door Basile Caisine (38) uit Dendermonde toen hij samen met een miljoen andere kijkers zondagavond in De Twaalf op Eén zag hoe een zwaargewonde illegaal tewerkgestelde bouwvakker aan een bushokje voor dood werd achtergelaten door zijn baas. Alleen sterft de man in de serie, Basile overleefde de gruwel. “Iedereen spreekt me nu weer aan over mijn ongeval.”

“De nieuwe moderne slavernij”, schreven mediawatchers over de opmerkelijke verhaallijn in De Twaalf. Nieuw is ze alleszins niet, want de Moldavische ex-bouwvakker Basile Caisin, intussen al vijf jaar tot Belg genaturaliseerd, maakte het vijftien jaar geleden al mee. Er zijn wel verschillen. In de tv-serie stelt jurylid-bouwondernemer Joeri samen met zijn broer illegale bouwvakkers tewerk. Wanneer zo’n zwartwerker van een stelling valt, dumpen de broers de zwaargewonde man aan een bushokje, met dodelijk gevolg. Wat Basile Caisin (38) vijftien jaar geleden overkwam toen hij voor een aannemer in Willebroek werkte, is even gruwelijk. Alleen: hij overleefde het als bij wonder.
Nooit schadevergoeding
Ondertussen woont hij in Dendermonde, waar hij verlamd tot aan zijn borst in een rolstoel een nieuw leven opbouwde aan de zijde van zijn Vlaamse vriendin, die verpleegster is. Hij leerde haar kennen na het ongeval. Gemakkelijk is het niet. Hij heeft snel last van doorligwonden en zijn longen blijven een zwak punt door zijn dwarslaesie, een onderbreking van de zenuwen in de rug die verlamming veroorzaakt. Het aantal zware operaties dat hij al onderging, is niet meer op één hand te tellen.
De aannemer zat drie weken in de gevangenis, maar is ondertussen al lang weer begonnen met een ander bouwbedrijf. Een schadevergoeding heeft Basile nog niet ontvangen.
Op het moment dat het ongeval gebeurde, werkte Basile anderhalf jaar voor de aannemer uit Willebroek, in het zwart. “Achteraf beweerde hij dat ik maar twee dagen voor hem gewerkt had. Terwijl ik al die werven kon aanduiden waar we aan het werk waren geweest: in Herentals, Boom, noem maar op. Ik deed alles: bouwwerken, dakwerken, gyproc… Op de dag van mijn val van de zevende verdieping waren we aan de slag in Anderlecht. De materiaallift brak af. Ik weet nog dat ik beneden lag en een stekende pijn voelde. Ik bloedde uit mijn hoofd, er stak een rib door mijn long en ik kon me niet meer bewegen. Soms was ik buiten bewustzijn, dan weer helder.”
“Het volgende moment werd ik wakker in de bestelwagen, tussen al het bouwmateriaal dat bovenop mij viel. De baas is nog 25 kilometer ver met mij gereden, om me dan te dumpen in een doodlopende straat in Aalst. Hij heeft nog een autoband over mij gegooid. Ik weet dat ik het heel koud had. Pas ’s avonds laat heeft een passerende vrouw mij daar gevonden. Achteraf hoorde ik dat mijn collega’s de bestelwagen, die onder het bloed zat, hadden moeten schoonmaken. Ik heb hem naar het ziekenhuis gebracht. Het komt wel goed, had de baas gezegd.”
In plaats van hem naar het ziekenhuis te brengen, keerde de aannemer daarna terug naar zijn werf, haalde de beschadigde liftkraan weg en liet een nieuwe asfaltlaag gieten, om de bloedresten van de Moldaviër te maskeren.
Hoewel hij in het rolstoelbasket een uitlaatklep vond, blijft Basile Caisin het heel moeilijk hebben. “Financieel is het niet gemakkelijk. Omdat ik samenwoon met mijn partner, ontvang ik een invaliditeitsuitkering van iets meer dan 400 euro. Al drie keer ben ik bij de rechtbank een procedure voor morele schadevergoeding begonnen. Maar blijkbaar had ik dat vroeger, meteen na het ongeval, moeten aanvragen. Ik had tóén mijn handtekening op een document moeten zetten. Alleen: ik lag toen in coma. In de maanden daarop had ik ook geen idee hoe ik rechtsbijstand of een pro-Deoadvocaat moest aanvragen. Ik was toen vooral bezig met overleven.”
Zijn familie in Moldavië, zeker zijn moeder, heeft het nog altijd heel moeilijk met het drama. “In Moldavië zijn er geen beton- of asfaltwegen op de buiten waar zij wonen. Tot ik in België kwam, had ik nog nooit iemand in een rolstoel gezien. Wie daar verlamd is, komt gewoon niet buiten, omdat je er nergens kunt rijden met een rolstoel.”
Te pijnlijk
Of hij verder naar De Twaalf gaat kijken? “Nee, ik heb de televisie direct uitgezet. Het is te confronterend. Ik zit precies naar mezelf te kijken. Die makers hebben zich duidelijk laten inspireren door mijn verhaal. Of ze mij iets hadden moeten laten weten? Och, zo gaat dat in België zeker? Iemand vertelde me wel al dat de man in de serie gestorven is.”
Ook de andere rolstoelbasketters van zijn club weten hoe Basile verlamd geraakte. “En door De Twaalf spreekt iedereen mij daar nu weer over aan. Terwijl ik daar liever niet over praat. Het is te pijnlijk.”
Joeri in De Twaalf lijkt berouw te krijgen. Zijn geweten knaagt. “Maar mijn baas toonde nooit berouw. Hij had gehoopt dat ik zou sterven. Ik heb hem nog eens teruggezien, toen we aan het ziekenhuis toevallig naast een bestelwagen van zijn nieuw aannemersbedrijf parkeerden. Hij deed eerst alsof hij me niet zag en beende dan snel weg. Zoals hij ook vijftien jaar geleden meteen na het ongeval had gedaan.”
Kristin Matthyssen
Geef een reactie